Uitgelicht uit de collectie:
De pijp van Pater van Nuenen

Pater Sebastiaan van Nuenen (1898-1966) was pastoor van de Augustinuskerk in de Utrechtse volksbuurtWijk C. Zoals zovelen uit zijn tijd rookte hij zijn tabak uit een pijp. Hoewel pijptabak roken in de twintigste eeuw vooral toebehoorde aan mensen uit de hogere stand, heeft de pater zich zijn leven lang ingezet voor mensen die leefden in armoede.
De man met de pijp werd hierdoor zelfs de ‘vader der armen’ genoemd.

In 1934 stichtte hij een nieuwe kloostergemeenschap genaamd de Congregatie van de Zusters Augustinessen van Sint Monica in Utrecht. Het voornaamste werk van deze gemeenschap was het bieden van hulp aan armlastige gezinnen in wijk C. In 1939 stichtte de pater eveneens de Meisjesstad, een opvanghuis voor jonge vrouwen op de hoek van de Waterstraat en de Oudegracht. De Meisjesstad bood zorg, liefde en bovenal een plaats in de samenleving aan vrouwen die dit vanwege allerlei problemen waaronder ongewenste zwangerschap nodig hadden.